vrijdag 31 augustus 2018

HOE=HET NU stopt in 2018

Van 2008 tot en met 2010 in K13 in Velp en van 2012 tot en met 2017 in ACEC Apeldoorn vond jaarlijks de tentoonstelling en veiling HOE=HET NU plaats.

Aan de reeks komt nu een einde. We hebben besloten om in 2018 geen tentoonstelling en veiling HOE=HET NU te organiseren. Waarom?

Doel van de tentoonstellingen was om het publiek en beeld te geven van de veelzijdigheid en de kwaliteit van de beeldende kunst in onze omstreken en door middel van de veiling voor kunstenaar en kunstcentrum inkomsten te genereren. Dat laatste bleek voor het eerste een middel met afnemende effectiviteit. Veilingen van hedendaagse kunst worden tegenwoordig overal en door iedereen georganiseerd en prijzen en verkopen vertoonden in Apeldoorn een dalende lijn.

Voor ons is dat een reden om een andere weg te kiezen. Wij blijven ernaar streven om in een nieuwe opzet, periodiek een brede tentoonstelling te organiseren die het publiek kennis laat maken met de actuele kunstproductie in Gelderland en de omringende regio. Die tentoonstelling moet bijdragen aan het publieke aanzien van de beeldende kunst en bijdragen aan de economische positie van de kunstenaar. Over de aard van de nieuwe opzet beraden we ons.

Hangende de uitkomst willen we iedereen hartelijk bedanken die sinds 2008 aan de tentoonstellingen heeft deelgenomen of de tentoonstellingen en de veilingen mogelijk heeft gemaakt.

Met vriendelijke groet,
Gerrit Steenbergen, directeur ACEC
Peter Nijenhuis


dinsdag 28 november 2017

CAMIEL ANDRIESSEN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
CAMIEL ANDRIESSEN: Het is een houtsnede. Ik neem een houtplaat (een multiplex, meestal berken) net zo groot als het papier, en begin daarop te tekenen. Als ik eenmaal een tekening heb die ik goed vind, snij ik hem uit. Alles wat wit moet worden, verwijder ik met een guts. Daarna bepaal ik welke kleur het moet worden. Vervolgens druk ik hem met de hand af.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
CAMIEL ANDRIESSEN: Ik ben kunstenaar, dit is wat ik doe. Geen bijzondere reden, gewoon een nieuw werk in mijn verder op te bouwen oeuvre.

CEES ANDRIESSEN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
CEES ANDRIESSEN: Met potlood en krijt.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
CEES ANDRIESSEN: Dit jaar neem ik met twee kleine tekeningen deel aan de tentoonstelling. Ik maak veel hout- en linosneden, maar van tijd tot tijd is er de behoefte en noodzaak om te tekenen. Deze noodzaak is mede ingegeven door de wens om niet in een routine te vervallen van dat wat je reeds kent, maar je steeds weer af te vragen “waarom” en of het ook 'anders' kan of, zoals de dichter zegt, 'geef mij maar een vraag en geen antwoord'.
 Ik vergelijk mijn grafiek wel eens met schrijven van brieven, het steeds weer zoeken naar woorden, het heroverwegen, het onzegbare benoemen. Het tekenen daarentegen is voor mij meer 'spreken', het directe en spontane. Aan een gesprek kun je nieuwe woorden toevoegen, maar het eerder gesprokene kun je daarbij niet ontkennen. Een tekening heeft dan ook een direct handschrift waarin je de gekozen ruimte zijn beTEKENis geeft. Natuurlijk zijn er raakvlakken met mijn grafiek vooral in het kleurgebruik, maar een getekende lijn kent zijn eigenheid, zijn twijfel en overtuiging en vertelt daarin zijn eigen verhaal.

FRED ANVELINK


Hoe heb je dit werk gemaakt?
FRED ANVELINK: Het is gemaakt met de materialen acrylkit en olieverf.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
FRED ANVELINK: Het werk waar ik momenteel mee bezig ben, komt voort uit de 'herontdekking' mijnerzijds van de informele kunst: kunst waarbij de daad een essentiële rol speelt.

CHARLOTTE ARENDS


Hoe heb je dit werk gemaakt?
CHARLOTTE ARENDS: De schalen heb ik gemaakt van klei die ik in een mal zo dun mogelijk probeer te kneden. Als ze biscuit gebakken zijn, haal ik ze voorzichtig (!) uit de mal en dan kan er glazuur op. Soms spray ik de schalen heel dun, zodat je als het ware '‘druppels' blijft zien, of er een effect van schaduw-licht ontstaat. Andere schalen glazuur ik juist dik en daarbij zoek ik naar kleurencombinaties.
Waarom heb je dit werk gemaakt?

AAFKE BENNEMA


Hoe heb je dit werk gemaakt?
AAFKE BENNEMA: Het is een cyanotype of blauwdruk. Dat is een oud fotografisch procedé, waarbij je twee chemische stoffen, in de juiste verhouding met water en met elkaar vermengd, op het papier aanbrengt. Wanneer je het mengsel aan zonlicht (uv-licht) blootstelt, verkleurt het. Spoel je het uit met water dan kleuren de gedeeltes die belicht zijn blauw. De onbelichte delen blijven wit. Op die manier maak je in feite een fotogram.

JACINTHA BIERENS


Hoe heb je deze fotoafdruk gemaakt?
JACINTHA BIERENS: Mijn werk is digitaal gefotografeerd en door mijzelf afgedrukt met behulp van een fotoprinter. Ik gebruik daarbij speciale pigmenten en aquarelpapier en bewust niet het gebruikelijke fotopapier. De pigmenten worden daardoor ook anders geabsorbeerd. Dat geeft die typische kleuren, die zo kenmerkend zijn voor mijn werk.

JACQUES BLOMMESTIJN


Hoe heb je dit werk gemaakt
JACQUES BLOMMESTIJN: NIET GEMAAKT heb ik dit werk. Maar GEVONDEN op de akkers en in de bossen achter ons huis. Deze wensballonnen zijn daar aan komen waaien vanuit Renkum, waar ze tijdens oud en nieuw met de beste bedoelingen zijn opgelaten. In de eerste week van het nieuwe jaar verzamel ik ze als treurige trofeeën.

PETRA BOUWENS


Hoe heb je dit werk gemaakt?
PETRA BOUWENS: MET acrylverf, inkt en spuitverf op papier.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
PETRA BOUWENS: De werken zijn onderdelen van een serie werken die in boekvorm begin december uitkomt: 'Postcards from Paradise'. Het gaat over depressie, trauma en de zoektocht naar Geluk.

RONALD DE CEUSTER


Hoe heb je dit werk gemaakt?
RONALD DE CEUSTER: Het zijn reststukken van vlakken purschuim die ik als proef heb gemaakt voor een grote installatie. Tot nu toe werkte ik alleen met lijnen purschuim maar nu heb ik met mijn vingers het purschuim uitgesmeerd door er zachtjes op te slaan of uit te rollen met een deegroller. Tijdens het ophangen en beschilderen ontstaat de uiteindelijke vorm omdat er bijvoorbeeld stukjes afvallen als ik het werk omdraai of beschilder.

Waarom heb je dit werk gemaakt:
RONALD DE CEUSTER: Het gaat mij niet speciaal om dit werk. Ik ben vooral geïnteresseerd in het proces van het maken. Dat is voor mij een staat van zijn. Het resultaat daarvan is te lezen als een weerslag.

LIESBETH DOORNBOSCH



































Hoe heb je dit werk gemaakt?
LIESBETH DOORNBOSCH: Het is een collage van flinterdun zuurvrij reparatie-plakband. Materiaal en manier van werken maken het mogelijk om eenvoudig en snel verschillende lagen op te bouwen en met elkaar te verbinden. Tevens zorgt dit plakband ervoor dat je direct ziet dat het om een handmatige dan wel analoge manier van samenplakken gaat en dat er geen Photoshop aan te pas komt. 

Waarom heb je dit werk gemaakt?
LIESBETH DOORNBOSCH: Het werk is er één uit een serie collages met de titel in het beeld zelf verwerkt. Fernweh gaat over een architect die zich suf piekert over hoe hij tot het perfecte ontwerp voor een woning kan komen, op een zodanige manier dat de woning direct een thuisgevoel oproept bij de bewoner. Hij vraagt zich af, of hij hiernaar zoekende is omdat hij zoveel onderweg is, of omdat hij zijn eigen huis mist. In het Duits zijn er twee verschillende woorden voor deze percepties: Fernweh en Heimweh.

JEROEN DIEPENMAAT


Hoe heb je dit werk gemaakt?
JEROEN DIEPENMAAT: De collage bestaat uit folies en plakband. De folies zijn ingesneden met een geluidsgolf, zoals bij een LP/singeltje. Ze bevatten een aanhoudende toon, die continue speelt. Voor mijn optredens knip ik platen in stukken en plak ze weer aan elkaar. Zo componeer ik nieuwe muziekstukken. De twee werken in de veiling zijn een visueel equivalent van mijn knip/plak-optredens met muziek.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
JEROEN DIEPENMAAT: Het knip/plak-gegeven wil ik verder verruimen, door niet alleen bestaande platen te verknippen, maar door de muziekopnames die ik zelf heb gesneden te bewerken. Hiervoor heb ik een vinylsnijder gebouwd, naar ontwerp van Gijs Gieskens. Naast auditief wil ik het knip/plak-gebeuren ook beeldend verkennen.
Voor de muziek van knip/plak verwijs ik graag naar: https://jeroendiepenmaat.bandcamp.com/album/knip-plak-ep03
Veel luisterplezier!

MARCEL DOORDUIN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
MARCEL DOORDUIN: Eigenlijk is het een heel klassiek gemaakt schilderij. Ik ben begonnen met een onderschildering in tempera (verf met ei en caseïne als bindmiddel). Het is een ‘magere’ onderschildering omdat er weinig olie in de tempera zit die ik zelf maak. Zo kun je er nog relatief veel lagen met olieverf overheen schilderen. De kleuren in de onderschildering zijn met opzet veel feller en contrastrijker dan de uiteindelijke bovenlaag. Omdat de olieverf die er overheen geschilderd wordt transparant is, lijkt het als of de onderlagen door de bovenste lagen heen gloeien. 

BRIEKE DROST


Hoe heb je dit werk gemaakt?
BRIEKE DROST: Ik heb getekend met potlood op papier: van hard, licht grijs, naar steeds zwarter potlood.(4b). Ik gum veel. Uiteindelijk gebruikte ik in deze tekening witte temperaverf, dekkend en half transparant. 

BAS FONTEIN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
BAS FONTEIN: Ik laat drie werken zien die zijn gemaakt van opaalplaten met plakfolie. Dit zijn platen voor in lichtbakken. Ik heb er ook drie lichtbakken van laten maken, maar was niet tevreden over het resultaat. Ik vond de losse platen beter werken, vandaar dat ik voor de tentoonstelling en veiling alleen de platen heb ingeleverd. Het fluorfolie is ook zo fel, dat het al bijna vanzelf licht geeft.

HERMAN FONTEIN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
HERMAN FONTEIN: Voor de serie Interbellum heb ik oude ansichtkaarten uit de periode tussen de twee wereldoorlogen in stroken geknipt. Ik moest wel even over een innerlijke drempel stappen om deze destructieve daad uit te voeren. Maar vervolgens had ik prachtig materiaal om mee te werken. Na het knippen volgt het componeren, dat aanvoelt als het aanbrengen van verftoetsen op doek, alleen met andere middelen. Nadat min of meer de compositie bepaald is, worden de stroken vastgeniet op papier. De nietjes versterken de repeterende opeenvolging van de strokenkaart.

JASPER VAN DER GRAAF


Hoe heb je dit werk gemaakt?
JASPER VAN DER GRAAF: Ik heb dit werk van tevoren in het klein met digitaal & analoog knip & plakwerk in het klein ontworpen. Vervolgens heb ik het met tape uitvergroot op linnen. Dat is een secure klus, alles gebeurt op schaal en kleine hoeken en details moeten met een stanleymes gesneden worden. Daarna wordt het met olieverf ingeschilderd en moet de tape worden verwijderd. Ook dat is een klus die aandacht vergt, want bij een foutje kan het werk de prullenbak in.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
JASPER VAN DER GRAAF :Het leek me boeiend om een schilderij in oplage te maken, in dit geval een oplage van 3, als een multiple. Deze techniek maakt dat mogelijk. Het werk kan dan lager in prijs kan worden aangeboden dan bij een unicum. Ik heb het gemaakt in 2015 ter gelegenheid van een tentoonstelling in Rotterdam bij PHK18, waar ik het ontwerp ook als muurschildering heb uitgevoerd.


ROB GROOT ZEVERT


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ROB GROOT ZEVERT: Het werk Weary Stone is van keramiek, gebakken klei, dus. In dit geval grove chamotte, afgewerkt met verschillende lagen en verschillende soorten transparante matte glazuur. Het andere werk, Jinja Mountain, is een samenwerking met Charlotte Arends. Het kleine bouwwerk is van Charlotte, het grote object van mij. Het is ook van keramiek, afgewerkt met transparante epoxyhars dat ik op kleur heb gebracht met acrylverf en koper(kleur)poeder.

CHRISTOPH HEEK


Hoe heb je dit werk gemaakt?
De werken zijn tekeningen, gemaakt met Oost-Indische inkt, potlood en fixeermiddel. Soms gebruik ik het fixeermiddel als een soort schildermedium dat het pigment van de inkt transporteert. Jaren heb ik alleen met zwart, wit en grijs gewerkt en de mogelijkheden van deze 'niet kleuren' onderzocht. Het gebruik van kleur in mijn werk is vrij nieuw.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
In mijn werk onderzoek ik meestal de mogelijkheden van composities in informele dus niet figuratieve tekeningen. In dit geval staat het vierkante formaat in het centrum. Uitgangspunt is vaak een vlak of een lijn die intuïtief ontstaat. Hieruit bouw ik dan een compositie op. Wat mij fascineert, is dat dit niet op een gereflecteerde of intellectuele manier werkt. Het is meer een soort intuïtief werken. Tekenen wordt daardoor een andere vorm van denken. 

ANNEKE INGWERSEN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ANNEKE INGWERSEN: Na een meer theoretisch onderzoek naar het lesmateriaal van de geschiedenisboeken op Nederlandse scholen had ik behoefte om al die beelden, zienswijzen en meningen een nieuwe plek te geven, ze beeldend te verwerken. Letterlijk en figuurlijk. Ik had behoefte om te knippen. Dingen weg te knippen, te onderscheiden. Knippend in zwart papier. In deze serie werken draai ik de parameters van de silhouetten om: dat wat zwart is heb ik weggeknipt.
 Silhouetknippen was in de negentiende eeuw een populair tijdverdrijf. Een eeuw waar ideeën over burgerschap en natiestaat sterk veranderden. Een heel folkloristische traditie is eruit voortgekomen. Er is zelfs een dorp in Oost-Duitsland dat beroemd is voor zijn ronddraaiende silhouet-lampen. Een silhouet knippen van een portret van iemand was een goedkope manier om je profiel en je individualiteit vast te leggen. Het was letterlijk: je gelaatstrekken natrekken. De aandacht voor gelaatstrekken had in de negentiende eeuw een bedenkelijke uitloper in de vorm van de eugenetica, gebaseerd op de gedachte dat de verschijningsvorm van de gelaatstrekken en de huidskleur iets over het karakter zou kunnen zeggen en de mensheid in mensen van hogere en lagere waarde inschaalde.
 Bij het maken van de silhouetten stelde ik me ten doel om ook de achterkant te tonen: het proces van denken, heroverwegen, feiten checken, uitgummen en meningen reviseren. Zo zie je in het werk Van Heutz Goes Home ook nog notities staan. Ik wilde niet alleen de gave perfecte kant van een voltooid silhouet laten zien.

WENDA KIESKAMP


Hoe heb je dit werk gemaakt?
WENDA KIESKAMP: Ik heb jaren geleden al eens foto's gemaakt van deze plek. Hij ligt in de buurt van Lochem, niet ver van het huis van mijn ouders. Eerst heb ik geprobeerd om er een groot schilderij van te maken, maar de gebouwen op de achtergrond kwamen niet echt goed uit de verf. Er zat naar mijn smaak ook onvoldoende samenhang in het geheel. Ik gaf het op, hoewel ik de plek daarna nog vaak bezocht en foto's ervan van tijd tot tijd bekeek. Op een gegeven moment dacht ik: het moet niet groot worden geschilderd, maar juist klein. Dat ben ik gaan doen, in eerste instantie met dunne lagen olieverf. Daarbij heb ik steeds gekeken waar er lichtvlekken bij moesten en waar vlekken met een iets donkerder kleur, om de blaadjes en de bloemen aan te duiden. In de vlekken heb ik hier en daar wat dikkere accenten gelegd.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
WENDA KIESKAMP: Het gaat me om de combinatie van hele herkenbare, landschappelijke dingen, zoals bladeren, bloemen en dunne boompjes, met een zekere mate van abstractie. Toen ik de plek voor de eerste keer zag, werd ik getroffen door het licht dat op de begroeiing viel en de talloze lichtplekken. Hij had een eigen filmische en tijdloze sfeer. Ik heb niet alleen de plek, maar vooral die ervaring willen schilderen.

JOS KLAVER


Hoe heb je dit werk gemaakt?
JOS KLAVER: Ik heb acrylverf gebruikt op een gevonden theedoek. Ik wilde iets met de theedoek doen. Ik heb het doek verlijmd en geel geverfd; zodanig dat het doek van de theedoek nog te zien was. Ik had verder nog geen idee wat er vervolgens mee te doen. Ik ben altijd op zoek naar de eenvoud ofwel de vereenvoudiging van een vorm. Zo ook is het hoofd ontstaan.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
JOS KLAVER: Op het waarom kan ik moeilijk antwoord geven. Ik werk vooral op een intuïtieve manier. Het kinderlijke in de dingen interesseert mij.

MARK KRAMER


Hoe heb je dit werk gemaakt?
MARK KRAMER: Door meerdere lagen acrylverf aan te brengen op een rond paneel en daarna boorperforaties van verschillende diameters en dieptes te maken in het paneel om het vervolgens weer af te werken met acrylverf. 

PETER KRYNEN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
PETER KRYNEN: Schetsen waren het begin, ik was op zoek naar een ‘binnenruimte’. Een eenvoudige vorm van een soort omgekeerde kruik ligt voor een keramist voor de hand. Je kunt het ook als een soort portret zien, een hoofd waar je in kunt kijken. Het werk is van keramiek. Ik heb een speciale mal van gips gemaakt van waaruit ik deze twee werken heb opgebouwd.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
PETER KRYNEN: Wanneer ik het in enkele woorden zou moeten samenvatten: schetsmatige binnenruimte, labyrint, verval en fantasie. Een ruimte kan, ook al is het misschien vervallen, aangenaam zijn om te verblijven. Omgekeerd kan een nieuwe, schone ruimte onaangenaam zijn. Het zegt misschien iets over mij maar ook over het gevoel dat een ruimte kan geven. Ik wil de kijker naar binnen lokken met zijn/haar ogen. Door dichtbij te komen wordt de huid meer onderdeel van het kijken. De werken lijken een andere schaal te suggereren. Misschien kun je het wel als een installatie op schaal zien.

ULI KÜRNER


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ULI KÜRNER: Met Inkt- en viltstift op A4 papier. 

Waarom heb je dit werk gemaakt?
ULI KÜRNER: De drie geëxposeerde tekeningen vormen een deel uit een serie die uiteindelijk 1000 tekeningen gaat omvatten; een langlopend project, dus. In eerste instantie gaat het om een onderzoek naar abstracte beeldmiddelen: netwerken van lijnen, de grafische mogelijkheden, conceptuele beeldideeën. Voor de tekeningen heb ik mezelf een aantal beperkingen opgelegd: de tekeningen zijn allemaal met hetzelfde merk viltstift gemaakt, allemaal met liniaal op A4 papier enz. De inspiratiebronnen voor de werken zijn echter heel vrij en zeer divers: ze reiken van notaties van (elektronische) muziek tot mindmaps van walks door de urbane ruimte.

ANKE LAND


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ANKE LAND: Het beeld is ontstaan uit allerlei varianten op een gestileerd, archtypisch mannetje dat door de wereld rent. Ik heb ze in de loop van de jaren gemaakt aan de hand van foto’s, ik heb ze gegoten in gips, ik heb ze gebakken in bladerdeeg en zelfs opgegeten. StarMan is het beeld van een beeld van een beeld van een beeld van zo’n mannetje. Het resulteerde in het ontwerp van een bekende figuur in een nieuwe omgeving: de ruimte. Verder kon ik nog niet gaan.
Het ontwerp heb ik gescand, om het in het Textiellab van het Textielmuseum in Tilburg uit te weven. Bij het weven smelten allerlei verschillende materialen ineen, en voegen die veelzijdigheid samen met een grote tactiliteit. Het weefgetouw is een computergestuurde weefmachine geworden, die echter nog steeds volgens het achttiende-eeuwse systeem van die goeie ouwe Jaquard werkt. Niet meer de keus van de ponskaart, namelijk gat of geen gat, maar de een of een nul, in oneindige getallenreeksen. Het resultaat is nog steeds een wandkleed, geweven om de tijd te doorstaan.

BRAM VAN LEEUWENSTEIN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
BRAM VAN LEEUWENSTEIN: Mijn pegellampen zijn van porselein en met de hand beschilderd. Ik gebruik een bepaalde glazuurtechniek waardoor het blauwe pigment heel helder naar voren komt.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
BRAM VAN LEEUWENSTEIN: De pegels zijn onderdeel van een serie, maar elke lamp en beschildering is uniek. Het originele idee is om een enorme tros, een wolk van lampen te maken met verschillende afbeeldingen, structuren en blauw tinten. Nu kunnen de pegels in verschillende formaties opgehangen worden. Ze doen het heel goed in een tros op verschillende hoogten boven de eet- of koffietafel, of in hun eentje bij een leestafeltje. Tijdens Hoe is het Nu 2017 kan je bieden op drie pegellampen met elk een ander motief. De lampen zijn ook te bewonderen in het café van Collectie de Groen in Arnhem.

ANAND MAHABIER


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ANAND MAHABIER : Het is een foto van een wolk die bewerkt is in Photoshop. De wolk heb ik gedupliceerd en naast de bestaande wolk 'geplakt'. De foto ligt bovenop op een kastje. Het kastje heeft een laatje waarin nog een twintigtal duplicaten liggen van de foto.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
ANAND MAHABIER : Ik heb dit werk gemaakt naar aanleiding van de simpele observatie dat geen wolk hetzelfde is en de vraag die je daarbij kunt stellen. Wat zou het betekenen als aan de hemel zich plots twee exact dezelfde wolken zouden voordoen? Experimenterend met verschillende vormen van presenteren heb ik toen een reeks gemaakt. Uiteindelijk belandde al deze foto’s in het laatje van mijn bureau. Dit aanschouwende stelde ik me toen een filmische scene voor, van een detective die bewijs verzamelt en allemaal foto’s van een wolk in z’n laatje heeft liggen. Uiteindelijk heeft dit geleidt tot de vorm van presenteren die het nu aangenomen heeft.

PATRICK MANGNUS


Hoe heb je dit werk gemaakt?
PATRICK MANGNUS: Beide collages in de tentoonstelling zijn gemaakt van proefdrukken, misdrukken en stukken uit (oudere) werken. Het zijn collages van ambachtelijke grafische technieken: houtsneden, etsen, prints, fotokopieën, bewerkt met spuitbus, verf en noem maar op.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
PATRICK MANGNUS: De laatste tijd ben ik bezig met het maken van collages door bestaand werk te versnijden, te verknippen of op een andere manier onder handen te nemen. Onthechting is het sleutelwoord. Wat me boeit is het creëren vanuit destructie. Ground control is een terugkerend thema in mijn werk. Vandaag de dag zie ik de maatschappij zoals Peter Schillings Major Tom: völlig losgelöst.

DOKE MELMAN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
DOKE MELMAN: Het schilderij is gemaakt met olieverf en met opgespannen linnen als ondergrond.
Het doek prepareer ik zelf. Mijn ervaring is dat zelf geprepareerd linnen minder glad is en de verf meer naar binnen kan dringen. Dat vind ik prettig. De structuur van het linnen blijft ook meer bewaard.
 Ik houd van olieverf om zijn smeuïgheid. De kleuren laten zich goed mengen. Olieverf droogt langzaam waardoor ik de kleurvlakken op de scheidslijn met elkaar kan vermengen. Zo worden de contouren van de vorm zacht en toch duidelijk.
Eerst maak ik een schets met houtskool. Daarna werk ik in lagen. Het wachten tot de verf droog is, vind ik geen bezwaar omdat ik aan meerdere doeken tegelijk werk. Ik gebruik de wat stugge varkensharen kwasten, om tè fijn en tè glad werken te voorkomen.

EDITH MEIJERING


Hoe heb je dit werk gemaakt?
EDITH MEIJERING: Het is een afdruk van een foto met thinner op papier die daarna is beschilderd met inkt, acrylverf, lijm en goudpoeder.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
EDITH MEIJERING: In mijn werk geef ik uitdrukking aan de machtsverhoudingen tussen mensen en hun daaruit volgende posities. Met dit werk wil ik uitdrukken dat dit type gedateerde vrouwbeelden niet volledig is, omdat het op het uiterlijk gericht is. Ik denk dat een mens daardoor niet wordt gezien in zijn volledige natuur. Dat deel blijft verborgen en gevangen achter het masker van de glamourstatus.

RINKE NIJBURG


Hoe heb je dit werk gemaakt?
RINKE NIJBURG: Het is zeefdruk op papier. Zeefdruk is een grafische techniek van pakweg honderd jaar oud. Onder kunstenaars van 2017 is zeefdruk nog altijd enorm populair, omdat het schitterende kleuren oplevert, keiharde geometrische vormen en schilderachtige vormen tegelijk toestaat en je de lagen net zo doorschijnend kunt maken als je zelf wilt. Dat laatste zorgt voor een beetje dieptewerking. De prent is, in een aantal drukgangen en in kleine oplage, gedrukt door Mars F. Wellink van Plaatsmaken in Arnhem. Mars is een geweldig goede zeefdrukker en zeer aangenaam om mee samen te werken, nog maar eens een twee goede redenen om zeefdrukken te blijven maken. 

PAULINE M.M. NIJENHUIS

Hoe heb je dit werk gemaakt?
PAULINE NIJENHUIS: In mijn schilderijen gebruik ik twee technieken. Het is deels geschilderd met acrylverf en deels met de hand geborduurd in de platsteek met DMC garen op schilderslinnen.
 Waarom ik borduur? De tactiele eigenschap van garen geeft tegenover de acryltoetsen een mooi contrast. Daarnaast is de arbeidsintensieve eigenschap van borduren ook een statement in mijn werk geworden. In de toekomst zal er steeds minder handwerk, in de ruimste zin van het woord, voorkomen door de technologische en digitale revolutie.

PIER PENNINGS


Hoe heb je dit werk gemaakt?
PIER PENNINGS: Deze foto is deel van een serie die ik maakte in de Geheime Bunker in Schaarsbergen. Het was mijn eerste verkenning van die stinkende betondoos, waarin ik me overigens helemaal senang voelde. Het zijn vanwege de duisternis in de bunker statief-opnamen geworden met ellenlange sluitertijden bij een hoog asa/din getal. Op analoog materiaal krijg je dan korrel, digitaal krijg je ruis. Bij de digitale zwart-wit foto’s kan dat – zoals in dit geval – mooie grijzen opleveren.
 Bij zo’n eerste ronde is de camera eigenlijk een verlengstuk van m’n neus: ik besnuffel alles en knip m’n foto’s in één flow. Thuis bekijk ik op het scherm pas wat het geworden is, eerst in kleur, dan in zwart-wit. Via die eerste beelden word ik me achter het beeldscherm bewust van wat er te zien is.

MIRANDA RIKKEN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
MIRANDA RIKKEN: Dit werk is gehaakt van stroken plasticzakken, die gekozen en gemixt zijn op kleur. Aan de bovenkant zit er een elektriciteitsdraad door gevlochten. Zo kan het een beetje gegolfd worden opgehangen.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
MIRANDA RIKKEN: Ik verwonder mij over wat ik dagelijks aanraak. Van die materialen maak ik mijn eigen 'canvas'. Ik weef, plak, haak, buig, knoop, brei, knip en snij. Ik werk aan een eindeloze serie. De plastic zakken van Een winderige zomerdag vielen mij op door hun kleurtransparantie en flexibiliteit. Ik zag een mooi schilderij van Günter Förg waarin ik een aantal kleuren zag terugkomen, dat probeerde ik na te bootsen met plastic. De kleur- en vlakverdeling deed me denken aan een zomerse bosrand, het gegolfde effect gaven mij het idee dat het daar wel erg waaide.

ELISABETH SCHINK


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ELISABETH SCHINK: Het is een werk in gemengde media. Ik heb citroenvlinders gefotografeerd en de beelden van de vlinders op de computer geïsoleerd en afgedrukt op fine art Hahnebüttenpapier. Daarna heb ik op het papier op bepaalde plaatsen water gegoten. Snel, vanuit de beweging en intuïtief bracht ik met een vork en een spatel een zelf aangemaakte betonachtige pasta op het papier aan. Daarbij kwam ik ook terecht op de oncontroleerbare plekken met water. De kleur ging in het water zijn eigen leven leiden en verraste me, nadat ik het werk een paar dagen had laten drogen. Het materiaal is licht en neemt niet veel plaats in. Je kunt er ook grote werken mee maken. Het materiaal is gevoelig, net als de menselijke aard. Een dikke pasta op een lichte ondergrond. Het gedetailleerde en de stuurbaarheid van de fotografie stuiten in dit werk op grove, intuïtief bepaalde en in water onbeheersbare kleur. De energie tussen die twee polen spreekt me aan.

THEO SEMEIJN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
THEO SEMEIJN: Twee horizontale lijnen verdeeld door een verticale in het midden op grijs karton. Die lijnen zijn getrokken met Oost-Indische inkt. Links is de binnenruimte beschilderd met witte acrylverf en beplakt met een bonnetje van benodigdheden voor het maken van het werkje. Rechts heb ik de ruimte uitgesneden en deels gescheurd. Het geheel is geplakt op karton dat tevoren met Oost-Indische inkt zwart is gemaakt, waarna aan de linkerkant nog een verticale lijn is getrokken als begrenzing van het wit en het totaal langs de horizontale en verticale begrenzingen is uitgesneden.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
THEO SEMEIJN: Ik heb drie maanden geleden een verlamming opgelopen van mijn oogspiertjes, waardoor ik dubbelzag. Gelukkig ben ik inmiddels zo goed als hersteld. Het werkje is een van de dingen die ik in de afgelopen periode gemaakt heb met gebruik van een oog en het andere oog gesloten om dubbelzien te vermijden. Daar moet het iets mee te maken hebben.

FERRY STAVERMAN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
FERRY STAVERMAN: Het werk is van golfkarton, uitgesneden met een decoupeerzaag. Ik begin met een schets, die maak ik meestal in een schetsboek. Als ik tevreden ben over de tekening, scan ik hem in met Illustrator. Het voordeel van Illustrator is dat je daarmee prints kunt maken op iedere gewenste schaal of maat. Met zo'n bestand kan ik ook naar een bedrijf waar ze beschikken over een lasersnijmachine. Als het werk echt groot is, kan dat niet met een lasersnijmachine en doe ik het zelf met een decoupeerzaag. Ik maak vormen altijd met één rechte achterkant, of laat die snijden, en deze rechte 'achterkanten' plak ik met boekbinderslijm aan elkaar en samen vormen zij de centrale as. Het object kan dan nog altijd als een boek worden dichtgeslagen; gemakkelijk als je het wilt vervoeren of verplaatsen. Ik kan het ook fixeren. Stel dat iemand een van mijn werken koopt en hij of zij wil het werk op een vaste plaats opstellen, dan kom ik het, indien gewenst, ter plekke fixeren. Hoe ik dat doe, zeg ik niet, want dat is, zeg maar, het geheim van de smid.

PATTY STRUIK


Hoe heb je dit werk gemaakt?
PATTY STRUIK: Het zijn collages, die digitaal zijn opgebouwd uit gescande foto's en met Photoshop bewerkte lagen, en uiteindelijk geprint in één f

otografische laag. 

Waarom heb je dit werk gemaakt?
PATTY STRUIK: Deze collages waren onderdeel van een installatie die ik gemaakt heb voor een tentoonstelling in Kunsthal Kade in Amersfoort. Opdracht was vanuit mijn beeldverzamelingen een cabinet te maken met als onderwerp 'inspiratie'. Deze presentatie heb ik de titel 'Eternal Eureka' gegeven, evenals het erbij uitgegeven boekwerkje, dat ook te koop is. Ik toonde daar diverse beeldschermen met daarin een keuze uit mijn verzamelingen van afbeeldingen. Deze collagewerken waren als het ware 'stills' die er tussen hingen, en hebben dezelfde formaten als de beeldschermen.


HOE=HET NU stopt in 2018

Van 2008 tot en met 2010 in K13 in Velp en van 2012 tot en met 2017 in ACEC Apeldoorn vond jaarlijks de tentoonstelling en veiling HOE=H...